- De sterke stijging van de lonen in Nederland is in gang gezet als inhaalslag op de hoge inflatie.
- Het gevaar is inmiddels dat lonen harder stijgen dan de arbeidsproductiviteit.
- Volgens werkgeversclub AWVN is dit een gevaar voor de gezondheid van bedrijven.
- Lees ook: Gemiddeld uurloon steeg in 2023 met 7%: grootste sprong in 45 jaar
Werkgevers maken zich zorgen over de betaalbaarheid van de loonstijgingen. Ze vinden dat het in het cao-overleg met de vakbonden meer moet gaan over een verhoging van de productiviteit, oftewel slimmer en efficiënter werken. Gebeurt dat niet, dan moeten werkgevers de prijzen straks mogelijk extra verhogen en dat kan de inflatie opnieuw opjagen, waarschuwt werkgeversvereniging AWVN.
“Vakbonden willen nog steeds koopkrachtverbetering, maar kijken onvoldoende naar de draagkracht van bedrijven en sectoren”, zegt AWVN-voorman Raymond Puts in een tussenevaluatie van het cao-jaar 2024.
De belangrijke arbeidsvoorwaardenadviseur voor werkgevers stelt dat bedrijven de neiging hebben “tot op zekere hoogte mee te gaan in die wens” om de grote krapte op de arbeidsmarkt. Ze vrezen dan onvoldoende aantrekkelijk te worden voor werknemers ten opzichte van andere sectoren en bedrijven.
Forse loonsverhogingen als inhaalslag op hoge inflatie
De hoogte van de loonsverhogingen die worden afgesproken loopt de laatste tijd wel wat terug. De gemiddelde verhoging in de dit jaar al afgesloten cao’s bedraagt 5,7 procent, becijferde AWVN. In 2023 was dat nog 7,1 procent.
Maar intussen gaat het volgens Puts te weinig over verbetering van de productiviteit. "Daardoor komen winstgevendheid en investeringsvermogen onder druk te staan en wordt op termijn de betaalbaarheid van de lonen een probleem. De enige uitweg is dan het verhogen van de prijzen om meer inkomsten te genereren."
Volgens de AWVN zou het helpen als er in cao's meer afspraken gemaakt worden waarin een bepaalde beloning wordt gekoppeld aan doelstellingen voor het bedrijf. Bijvoorbeeld dat personeel alleen een bepaalde verhoging krijgt als het lukt om de omzet naar een bepaald niveau te tillen.
Puts hoopt ook dat het gesprek tussen vakbonden en werkgevers komende tijd veel meer gaat over bijvoorbeeld duurzame inzetbaarheid, arbeidstijden en digitalisering.
Het valt de werkgeversvereniging verder op dat nog steeds veel afspraken gemaakt worden voor zogeheten gedifferentieerde loonstijgingen. Dat zijn verhogingen waarbij werknemers in lagere loonschalen er meer bij krijgen dan collega's in hogere loonschalen.
Puts heeft daar zijn bedenkingen bij. "Daardoor komen die loonschalen dichter bij elkaar. Dat kan zo ver gaan dat junioren hetzelfde salaris hebben als senioren, of dat medewerkers bijna evenveel verdienen als hun leidinggevende. Het effect is dat er minder prikkels zijn voor medewerkers om promotie te maken en dat loonverhoudingen uit balans raken."